beer vertelt, jij bepaalt (deel 1)
dit hieronder is een test van een transcript van het interactieve verhaal dat ik op Mastodon was begonnen op 15 juli 2023
het origineel is hier te vinden: Mastodon post
je ontwaakt, op een onbekende plek, onder een boom
de zon staat laag en er hangt een dikke mist
je ziet niets meer dan een pad
je staat op
in de verte hoor je het geluid van, wat lijkt op een wolf, maar wat het precies is kan je niet plaatsen
zo nu en dan hoor je een laag gebrom en trilt de aarde onder je voeten
je kunt alleen links of rechts
wat wil je doen?
je klimt in de boom
halverwege zie je een dikke tak
nieuwsgierig, volg je de dikke tak en vind... niets
je klimt verder naar de top en je kunt wat meer in de verte kijken
aan één kant zie je in de verte een ruïne
aan de andere kant zie je een bos met een berg
je klimt weer naar beneden
het geluid van een wild beest is nog steeds in de verte te horen
de aarde beeft
je kunt naar links naar de ruïne of rechts naar het bos
wat wil je doen?
je loopt het pad richting de ruïne
door de warmte van de zon trekt de mist langzaam weg
de aarde beeft nog steeds regelmatig
het geluid van het wilde beest klinkt telkens minder luid
na enkele minuten wandelen verspert een omgevallen boom het pad
er is geen weg omheen
je kunt eroverheen klimmen of omkeren
wat doe je?
je klimt op de boom en als je eraf wil springen, glijd je uit val je naar beneden
door de val herinner je plots iets:
je bent hier om iets te doen
én je was níet alleen... 🤔
je staat op en veegt 't stof van je kleren
op de grond zie je 'n goudkleurige ring
je pakt de ring en steek die in je broekzak
je loopt verder over 't pad, dat meandert door het landschap
je komt bij 'n brug
op de brug staat 'n klein figuurtje te vissen
je kunt met hun praten of doorlopen
wat wil je doen?
"pardon", zeg je tegen het figuurtje
deze lijkt niet te reageren
je zegt iets harder, "hallo, waar ben ik?"
het figuurtje schrikt op en draait zich om, en wrijft zijn ogen
"ben jij echt?" zegt die, terwijl die hun hand uitsteekt en je aanraakt
zichtbaar verwonderd vraagt die, "waar komt u vandaan, we hebben al eeuwen geen mensen gezien"
wat wil je zeggen?
"misschien is dit 'n droom, dit is voor mij een onbekende plek"
het figuurtje knijpt je hard in je arm
"auw!" schreeuw je uit
"als je dat voelde, is dit geen droom" zegt het figuurtje bijdehand
je legt uit dat je wakker werd onder een boom, over de aardbevingen en het wilde beest dat je hoorde
"ah" zegt het figuurtje bedenkelijk, "die aardbevingen zijn vandaag begonnen"
je vertelt verder dat je denkt dat je hier bent om iets te doen en wellicht op zoek bent naar iemand
"ik heb geen ander mens gezien", zegt het figuurtje
"maar ik ben ook al een tijdje op zoek naar iets"
"een vogel heeft 't 'n paar dagen geleden gestolen toen ik vis schoonmaakte"
"die heeft m'n gouden ring weggepakt en vloog ermee weg"
het figuurtje kijkt heel verdrietig
je pakt de ring uit je broekzak en toont hem
"bedoel je deze misschien?"
het figuurtje kijkt blij
"já dat is 'm!"
je geeft de ring terug
't figuurtje pakt z'n tas en begint driftig te zoeken en geeft je iets wat lijkt op 'n kleed
"hier, 'n magische cape
als je deze draagt ben je onzichtbaar voor de levende dingen om je heen
succes met je zoektocht"
je bedankt, neemt de cape aan en doe die in je rugzak
als je opkijkt is 't figuurtje spoorloos verdwenen
alleen de hengel ligt er nog
"wie weet komt die van pas" denk je terwijl je de hengel oppakt
je loopt de brug over en zet je toch richting de ruïne voort en al spoedig kom je daar aan
het pad bij houdt op bij wat ooit een poort is geweest
de ruïne is 3 etages hoog
het dak is verdwenen
vele brokstukken liggen op de binnenplaats
"hallo, is hier iemand?" roep je
je schrikt op van een groep eksters die uit een raamopening komt gevlogen
je kunt verder lopen naar de binnenplaats of door de raamopening klimmen
je loopt de binnenplaats op, om wat brokstukken heen
je ziet tussen het puin weinig interessants, maar je oog valt op iets in het midden van de binnenplaats
je loopt ernaar toe en komt bij een put
de put is afgedekt met traliewerk met daarop een hangslot
nieuwsgierig kijk je in de diepte
je ziet op de bodem iets glinsteren
wat wil je doen?
je pakt de hengel en laat langzaam het haakje zakken in de diepte
na het vieren van ongeveer 5 meter draad hoor je dat het haakje de bodem heeft bereikt
je haalt het draad heen en weer in de hoop dat het haakje aan het glinsterende voorwerp blijft steken
na een paar pogingen lukt het, en trek je het voorwerp omhoog
het is een koperen sleutel
die zou nog wel eens op het hangslot kunnen passen
wat wil je doen?
je steekt de sleutel in 't hangslot en probeert 't te draaien
je krijgt geen beweging in 't mechanisme
je geeft 'n paar ferme tikken op het oude hangslot
het mag niet baten
de sleutel past gewoon niet op dit slot 😖
je besluit de sleutel te bewaren, die komt vast eens van pas
je loopt naar de raamopening en kijkt nieuwgierig naar binnen
het is 'n donkere kamer, maar je kunt duidelijk een werkbank met gereedschap zien
in de hoek van de kamer staat 'n grote boekenkist
je hoort wat geritsel
je legt je hengel eventjes neer en gooit de cape over je heen
zo stil dat je kan, klim je door de opening de kamer binnen
aan de muur, naast de raamopening, hangt 'n flink gehavend schilderij
je herkent 't gebouw, dat is de ruïne waar je je bevindt
op de voorgrond zie je twee figuren die lijken op mensen
in vroeger tijden was deze ruïne een burcht
je vraagt je af wat die eksters hier eerder deden 🤔
't geritsel klinkt nog steeds
wat wil je doen?
je loopt naar de boekenkist waar het geritsel uit lijkt te komen
je probeert de kist te openen maar
deze zit op slot
je denkt: "wie wat bewaart, heeft wat" en je pakt de koperen sleutel
deze lijkt perfect te passen
je draait de sleutel zonder moeite rond en je hoort 't mechanisme draaien
't slot opent zich met 'n luide klik
plots wordt 't geritsel luider
je hoort driftig gerommel in de kist
er schiet uit een gat achter de kist 'n rat, die vervolgens verdwijnt in een gat in de muur
je opent de kist en je vindt er diverse boeken over kruiden en tovenarij
je pakt de dikste met de titel Tovenarij volume 1 en bladert er wat doorheen
je ziet titels zoals
"hoe vang ik een oger"
"transformatie van mensen en dieren"
"hoe katten te temmen"
je neemt het boek mee maar bedenk je dat al die spullen wel een beetje lastig worden om mee te nemen
er ligt buiten ook nog een hengel!
wat wil je doen?
je werpt de cape af en zit op de grond
je opent 't boek en begint aandachtig te lezen
er staan diverse spreuken en rituelen in beschreven in die mensen en dieren doen veranderen in andere wezens
je leest 'n paragraaf over een krachtige betovering die 'n mens doet veranderen in een tijding eksters
er staat bij: "deze betoveringhe is altijddurende" en "wie deze woorden spreeken zal, zulle transformeeren in eene rat" 🤔
je kijkt naar 't gat in de muur en ziet dat de rat naar je kijkt
je leest verder over hoe transformaties ongedaan gemaakt kunnen worden: iets over 'n volle maan, 'n spreuk en een kruidenmengsel genaamd 'kiezer'
inmiddels is de rat dichterbij gekropen
je fluistert: "hoi rat, was jij ooit een mens"
de rat knikt
deze lijkt je te verstaan!
het beestje komt dichterbij en springt op het boek en tikt met zijn voorpootje de paragraaf aan die je aan het lezen was
"wil je dat ik de betovering verbreek?"
het beestje knikt, en wijst naar de boekenkist
je kijkt in de boekenkist
de rat springt erin en opent 't boek "Tovenarij volume 2"
driftig bladert-ie erdoorheen en wijst uiteindelijk met 't voorpootje 'n spreuk aan
boven de spreuk staat de tekst "incantatie om den getransformeerden mens hunne spraake terug te geeven"
je kijkt naar de rat en spreekt de spreuk uit: "𐘠𐙝 𐝅𐙝𐝆𐙝𐝇𐘴 𐘵𐙝𐘷 𐘸𐙞𐚑𐙝"
nieuwsgierig wacht je af
de rat piept en hoest en kucht en begint te praten met 'n piepstem
"rododendron!" zegt de rat, "dat heeft veel te lang geduurd"
"wat is er gebeurd?" vraag je de rat
"nou dat zal ik je uitleggen"
de rat legt uit dat, lang geleden, plots een heleboel ogers verschenen en alle mensen begonnen op te eten
om te ontsnappen aan de vraatzuchtige monsters gebruikte hij de spreuk om hem en zijn vrouw te transformeren in dieren
dit was de enige toverspreuk die garandeerde dat ze lange tijd konden wachten tot de situatie zou veranderen
om er zeker van te zijn dat de ogers de betovering niet ongedaan konden maken, verstopten ze eerst de boeken en gooiden ze sleutel in een diepe put
want ogers zijn verder niet zo heel snugger
ze hoopten dat het ooit mogelijk zou zijn de betovering omgedaan te maken
nu, na honderden jaren, zijn de ogers waren vrijwel allemaal verdwenen
allemaal, behalve één
eentje dwaalt er nog één door het zogenoemde Schemerbos, waaruit weinig wezens weten te ontsnappen
de tijd was rijp om terug te veranderen, echter was de rat het ritueel vergeten
de eksters en hijzelf pikten en vraten 'n gat in de kist om, tevergeefs, bij de boeken proberen te komen
maar in de kist is het donker dus dat schoot helemaal niet op en dat leek toch wel hopeloos
"...tot er opeens een mens verscheen", eindigt de rat
"oh, dus dat zijn jullie op dat schilderij?"
"ja, dat ben ik, samen met mijn vrouw Merel, lang voor de invasie door de ogers"
"hoe heet jíj eigenlijk?" vraag je de rat
"het is zó lang geleden dat ik dat haast ben vergeten... ik weet 't niet zeker meer... ik denk dat het Pieter is. ik hoop dat mijn vrouw het nog wél weet, net zoals ik háár naam nog wel weet"
"oké," zeg je tegen Pieter, dan noem ik je voorlopig zo"
je stelt jezelf voor
"aangenaam" zegt Pieter, en je schudt zijn kleine pootje
"waar is je vrouw nu?" vraag je
"die is weer op pad gegaan om eten te zoeken, zo weten we het al die tijd uit te houden"
je merkt op hoe bijzonder je het vind dat ze al die jaren, zonder ook maar een woord te wisselen, samen zijn gebleven
je besluit ze te gaan helpen en kijkt weer in de kist
"ik zag een boek over kruiden," zeg je tegen Pieter, "daar staat vast een bruikbaar recept in"
onder een boek met de titel "cryptozoölogie" kom je het boek "tooverkrachtige recepturen" tegen
je slaat 't boek open bij de index en vindt al snel het recept voor 'kiezer'
de ingrediënten zijn vreemd, er zijn er maar enkelen die je herkent: '4 blaadren gedroogde koriander' en '21 druppels bloed van ene mensch'
"waar kunnen we de kruiden vinden?" vraag je aan Pieter
"kijk even onder mijn werkbank, daar staat een kast met glazen potjes. wie weet zijn die na al die tijd nog bruikbaar."
je loopt naar de werkbank en ziet daarop een oude stoffige leren tas met gereedschap liggen
je kijkt onder de werkbank en ziet een kastje met allerlei glazen potjes, met daarop vervaagde etiketten waar je nog net een paar letters kunt herkennen
bovenop het kastje staat een stoffig porseleinen schaaltje
je veegt het schoon en gaat zitten
met het recept op je schoot zoek je de benodigde ingrediënten
'n snufje zus, een handjevol zo
als snel heb je al het benodigde verzameld
er ligt ook een ampul in de kast met 'n etiket "humanum sanguinem"
wat wil je doen?
je vraagt aan Pieter, "wanneer is het eigenlijk volle maan, want ik weet niet hoe lang het spul houdbaar is"
"vanavond!", zegt Pieter, "dus dat komt allemaal heel praktisch uit"
"oké!"
je zet het schaaltje op de werkbank
"precies 21 druppels hè," zegt Pieter, "te veel of te weinig en het werkt niet... tovenarij is 'n exacte wetenschap!"
je speurt de werkbank af voor een scherp, en schoon, gereedschap om 'n gaatje in je vinger te prikken
je ziet 'n roestige priem en 'n tas met gereedschap
voorzichtig keer je de tas om en je ziet 'n grote verscheidenheid aan verschillende soorten gereedschap op de werkbank liggen, de ene wat meer obscuur dan de andere, de andere wat meer scherp dan de ene
de tas vindt je wel handig dus de schouderband gooi je over je schouder
het scherpse gereedschap is een mes, die er ook nog eens helemaal schoon uitziet
"dat was mijn favoriete mes," zegt Pieter, "die heb ik altijd met respect behandeld en dat is te zien!"
je prikt met het mes in je wijsvinger en druppelt je bloed voorzichtig in de schaal: "1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20..."
"nog ééntje!" onderbreekt Pieter
je drupt de eenentwintigste druppel in het schaaltje en spontaan vliegt de hele inhoud in brand
"oh nee!" roep je het uit, maar het vuur is gelukkig weer snel uit
wonderlijk genoeg is de schaal nog heel
wat nu?
je probeert 't opnieuw
terwijl je de ingrediënten zoekt zegt Pieter: "dit heb ik nog nooit meegemaakt, misschien komt het omdat je hier niet vandaan komt?"
je kijkt bedenkelijk
"ja dat zal het zijn, toch raar", zeg je
je vind gelukkig nét genoeg ingrediënten
dit keer breek je de ampul en druppelt voorzichtig de benodigde hoeveelheid druppels in de schaal
dit keer gebeurt er niets bijzonders en kun je 't rare papje goed roeren
"zo, da's klaar, nu wachten op de volle maan" zegt Pieter
"wanneer komt je vrouw weer terug?" vraag je
"oh dat verschilt, maar voor de schemering is ze vaak terug met allerlei dingen om te eten"
gek genoeg heb je zelf helemaal geen honger
"verder hebben we niets nodig toch?", vraag je
"het mengsel, volle maan, en een spreuk uit het boek," zegt Pieter, "oh ja, en een plaats waar het maanlicht ons kan beschijnen"
waar wil je het ritueel voltrekken?
"de binnenplaats dus" zeg je tegen Pieter, "als je op mijn schouder klimt dan gaan we er alvast naartoe
Pieter klimt op je schouder en je doet de boeken "Tovenarij volume 1" en "tooverkrachtige recepturen" in je tas
je zet de schaal met het kruidenmengsel alvast in de raamopening
voor je naar buiten klimt kijk je nog eenmaal rond in de kamer of er nog iets is dat je wilt doen, het duurt immers nog even voor het avond is
wat wil je doen?
je kijkt op de werkbank en pakt een mes, 'n knijptang en een roestige ouwe priem
zelfs die priem kan nog eens van pas komen
je steekt ze alledrie in de tas
je klimt naar buiten en merkt op dat de zon al hoog staat
"het is al middag, maar het duurt zeker nog wel even voor de nacht valt?" vraag je aan Pieter
"ja, we zullen nog even geduldig moeten zijn en op een of andere manier de tijd zien te doden"
wat stel je voor?
je besluit een rondje te gaan lopen en Pieter gaat gezellig met je mee
je komt bij het pad waar je over was aangekomen en ontdekt dat er, langs de wal van de ruïne, een gangetje is
je duwt wat struiken opzij om er bij te komen
je komt een verwilderd veldje tegen, en je stopt even om aan wat rozen te ruiken
"een aangewaaide rozenstruik heeft alles overwoekerd," vertelt Pieter, "we kweekten al ons eten zelf in wat vroeger de moestuin was"
er vliegt plots iets door de lucht...
't lijkt op een persoon op een bezemsteel
terwijl hij in de rozenstruik schiet roept Pieter "snel, verstop je!"
je snelt ook de rozenstruik in, met al zijn prikkende takken
"wat of wie is dat?" vraag je nieuwsgierig
"slecht nieuws!"
de persoon op een bezemsteel cirkelt in spiraalvlucht naar beneden
die heeft blijkbaar toch iets gezien 😱
die landt uiteindelijk in de buurt en loopt richting de rozenstruik
terwijl die dichterbij komt kan je hen beter bekijken
't lijkt op een mens, maar is het toch niet
het heeft een snuit en oren van een wolf
je hoort hen mompelen "ik had hier zeker toch iets gezien" en loopt over het gangetje dat je net bewandelde
terwijl die in de buurt van de struik komt hoor je zeggen "mijn oude ogen beginnen me voor de gek te houden maar gelukkig heb ik mijn neus"
't wezen begint te snuffelen
"ik ruik rozen, 'n rat, en iets wat ik niet kan plaatsen" hoor je hen zeggen
het wezen staat nu wel héél dichtbij
wat wil je doen?
ineengedoken houd je de adem in en hoopt dat 't wezen je niet hoort, ziet of ruikt
je kijkt naast je en ziet Pieter heel angstig kijken
"als dit maar goed gaat" denk je bij jezelf
het wezen is zó dichtbij gekomen, je kan hen horen ademen
"wat ís dat nou wat ik ruik," mompelt het wezen..
"ach laat maar, ratten vullen toch niet zo," zegt die en loopt weer richting de bezemsteel waar die mee aangevlogen was, springt er weer op en vliegt weg
je ziet Pieter opgelucht kijken
wat wil je doen?
je besluit te blijven zitten, en Pieter is het helemaal met je eens
"dat wezen is gevaarlijk," zegt-ie, "die zit waarschijnlijk nog een tijdje op 'n afstand te loeren"
"wat een gevaarlijke wereld is dit," merk je op, "je moet voor alles en iedereen uitkijken... gelukkig was het eerste figuurtje dat ik tegenkwam heel vriendelijk"
"vriendelijk figuurtje?" vraag Pieter
"ja, een figuurtje dat stond te vissen op de brug", leg je uit
"ah joh, die heb ik al een tijd niet zien verschijnen en verdwijnen," lacht Pieter, "die noemden we altijd Morgana, maar zijn echte naam weet niemand"
"dat doet me ergens aan denken," zeg je en je vertelt over Repelsteeltje, en halverwege zie je dat Pieter in slaap is gevallen
je volgt zijn voorbeeld en doet ook even een middagdutje
plots schrik je wakker
"auw!" roep je vanwege pijn aan je oor
"sorry," zegt Pieter, "dat was niet zo subtiel. het is tijd om terug te gaan, het wordt bijna donker"
voorzichtig sluipen jullie samen de struik uit, en wandelen rustig terug naar de binnenplaats van de ruïne
"oh ja," zeg je, "die hengel die daar ligt had Morgana laten liggen toen-ie verdween en die heb ik toen meegenomen"
"als-ie hem nodig heeft, dan verschijnt-ie wel weer om hem terug te nemen," zegt Pieter
"waar blijft je vrouw?" vraag je
"ik zal eens roepen", zegt Pieter
hij steekt zijn voorpootje in zijn mond en begint hard te fluiten
"dat zal ze wel gehoord hebben," zegt-ie, "nu eventjes wachten"
binnen een paar minuten komt er een groep eksters aangevlogen, met hun snavels vol met vruchten en andere eetbare dingen
de vogels aarzelen als ze jou zien, maar na het zien van Pieter landen ze en laten ze al het lekkers vallen
je raapt een paar besjes van de grond en steekt ze in je mond
je laat niet merken dat je ze enorm vies vind en slikt ze snel door
de eksters kijken je aan met een scheve kop, terwijl Pieter ondertussen al het overige eetbare naar binnen aan het werken is
"alles komt goed op 'n volle maag," zegt-ie
"en bij 'n volle maan" merk je op
je loopt ondertussen naar de raamopening en pakt de schaal en zet deze op brokstuk
je legt het boek ernaast en zoekt naar de omschrijving van het ritueel
ondertussen is Pieter erbij gekropen
de eksters lijken je ook wat meer te vertrouwen want ze komen ook dichterbij
het maanlicht schijnt helder op het bladzijden en je leest aandachtig de verschillende stappen
"zij wier de transformatie bij ongedaan moete gemaken, zitte in dat vollemaanlicht"
oké, dat is al gelukt
"zij neme een slok 'kiezer' en smeeren het op hunne hoofd"
Pieter neemt een slok van het inmiddels wat gecoaguleerde papje en smeert een beetje op zijn hoofd
"getver," zegt Pieter, "dat spul is vies, ik snap nu waarom 't 'kiezer' heet
toch maant hij de eksters het voorbeeld te volgen
de tientallen eksters nemen een slokje en met 'n besmeurde vieze snavel smeren ze 't bij elkaar op de kop
"den magiër zegge de volgende spreuk, vier malen, bij den laatste klappe deze in hunne handen"
je zegt de spreek:
"𐙝𐚮 𐙖𐙟𐝂𐝇 𐝏𐝐𐙝𐙕 𐘞𐙙𐙡𐙝 𐘙𐝔"
éénmaal, tweemaal, driemaal
bij de vierde keer klap je in je handen
je kijkt naar Pieter en de eksters en...
ze beginnen te zweven en je kijkt verwonderd
"dit hoort zo!" zegt Pieter
gerustgesteld kijk je toe en wacht je geduldig op de omgekeerde transformatie
om de eksters en Pieter begint zich een wervelwind te vormen en allemaal stof en kleine steentjes komen van de grond af en blokkeren het zicht
de wervelwind begint telkens heftiger rond te draaien en plots, met een harde klap, houdt het op
alle stof verdwijnt langzaam terwijl de steentjes als hagel op de grond tikken
je kijkt en ziet...
je kijkt en ziet dat Pieter en zijn vrouw zijn samengesmolten als één wezen met vier armen en benen
verschrikt kijk je toe en pak je snel het boek erbij
je leest snel over de pagina's die het ritueel beschrijven
je merkt een kopje op 'oplossinghe bij diversche probleemen', en leest de diverse problemen die konden ontstaan
"twee konijnen", nee
"ene lopend vuurtje", gelukkig ook niet
"versmeltinghe tot ene wezen", ja dat is het probleem!
je leest verder,
"dit kunne gebeure wanneer men niet met de beide handen tegelijker tijde dede klappen. men verhelpt dezen door den spreuk tweemaal, met de hand op het versmolten wezen, en de oogen gesloten, te herhalen"
je doet wat het boek suggereert
na het tweemaal opzeggen van de spreuk hoor je een luid gegorgel en 'n luide *plop*
je kijkt op en je ziet Pieter en zijn vrouw
"Pieter!"
"Merel!"
je kijkt blij toe hoe ze elkaar omarmen
"ze heet dus Merel, wat grappig", denk je
het blije paar kijkt je aan en ze bedanken je
het valt je op dat de stem van Pieter ook wat normaler voor een mens, dat zal hij wel fijn vinden
"dank je wel, we kunnen nu eindelijk weer met elkaar praten, en weer een normaal leven leiden," zegt Merel
"ja, echt vreselijk bedankt, als we je ooit ergens mee kunnen helpen, laat het ons weten" zegt Pieter
je bedankt het stel voor hun aanbod en...
je zegt dat ze je misschien kunnen helpen, "waarom ben ik hier? waarom werd ik vanochtend wakker in deze wereld onder 'n boom?"
"weet je zeker dat je dat wilt weten?" vraagt Merel, "soms vergeet men dingen juíst omdat men het wíl vergeten"
je overpeinst het even, "daar zit op zich wel wat in... het zou echt heel erg kunnen zijn? maar, als ik het niet weet blijf ik het me toch de hele tijd afvragen"
je antwoordt...
je antwoordt: "ja, absoluut dat ik dat wil weten"
"oké," zegt Pieter, "laat me even zoeken in het juiste boek"
hij kruipt door de raamopening naar binnen en komt enkele minuten naar buiten met een stapeltje boeken
"ik weet niet meer zeker welke spreuk het is, en het is veel te donker binnen"
driftig gaat hij alle boeken langs, bladert er soms even in eentje, alvorens hij het volgende boek pakt
"shit," zegt-ie, en hij pakt de stapel en klimt weer naar binnen
na een paar minuten komt-ie weer naar buiten met nog een grotere stapel boeken
"het moet toch écht in deze staan", zegt-ie opgelaten
hij zoekt en zoekt en halverwege de stapel roept hij plots "aha!"
hij komt naar je toe en leest voor: "deze incantatie make het vergeetene onvergeeten, eenige temporaire lichaamlijke bijwerkinghe zijne niet uitgesloten"
"oh ja," zegt Pieter, "dit heb ik ooit gebruikt en toen kreeg die persoon de hik, een ander moest continu plassen"
hij bladert eventjes en zegt, "er is ook deze"
hij leest voor: "incantatie teneinde het lichaamlijk gedane ongedaan te maken, ende het vergeetene te onvergeeten"
"dit is toch ongeveer hetzelfde", zegt Pieter, "zeg 't maar, welke zullen we doen?"
je denkt eventjes en je antwoordt...
"doe de tweede maar," zeg je
"oké," zegt Pieter en hij leest aandachtig de instructies
"erg eenvoudig is deze, het is puur een spreuk die driemaal opgezegd moet worden," legt hij uit
hij wijst naar het papier, "deze spreuk hier... ik moet alleen mijn hand op je hoofd leggen terwijl ik het zeg"
je knikt instemmend
hij legt zijn hand op je hoofd en zegt driemaal "𐝈𐝥𐙝𐝆 𐝇𐙕𐙝𐝆 𐝆𐙝𐝆"
je voelt dat je je flauw voelt en valt bewusteloos neer
je wordt een tijd later wakker en ontdek je dat je...
je ontdekt dat je kleren zijn gescheurd
"dat is vreemd," denk je
je kijkt om je heen, inmiddels is het ochtend en de vogeltjes fluiten
Pieter en Merel zijn nergens te bekennen
het valt je op dat het regelmatige gerommel van de grond plots is gestopt
opeens herinner je je alles
wat je moest doen en met wie je hier bent
je bent één van de twee laatste ogers
je maatje zit gevangen in het Schemerbos
je had jezelf in 'n mens omgetoverd om de laatste paar mensen te vangen 😱
wat ga je doen?
ondanks de enorme honger die je hebt gekregen, kan je het Pieter en Merel niet aandoen om ze te vangen en op te eten
"nee," denk je, "ik ga naar het Schemerbos waar Harrie ronddwaalt... zelfs als we daar niet uitkomen, zijn we in ieder geval weer samen en zijn Pieter en Merel veilig"
je roept in de leegte, hopende dat Pieter en Merel je horen:
"ik laat jullie met rust, en zal mijn best doen jullie veilig te houden!"
je laat de ruïne achter je en bewandelt het pad richting het bos...
halverwege kom je weer bij de brug
je moet denken aan het figuurtje dat je hier tegenkwam en voelt aan je schouder
"ja, de tas met spullen, inclusief hengel, heb ik nog"
je wandelt de brug over en opeens hoor je iets achter je
je draait je om en ziet het figuurtje weer
"ha!" zegt deze, "je hebt jezelf teruggevonden, ik wist wel dat dit zou gebeuren"
"hoe dan?" vraag je het figuurtje, die je maar geen Morgana noemt want misschien vat-ie dat op als een belediging
"ik weet alles, en kan alles weten, want ik kan me verplaatsen in de derde en vierde dimensie," zegt 't figuurtje, "ik weet wat er gebeurd is en wat er gebeuren zal... zoals je mijn hengel nuttig hebt gebruikt, zal je die wéér nuttig gaan gebruiken"
't figuurtje wijst en je draait je om, om te zien dat-ie naar 't bos wijst
"maar," zegt je, terwijl je omdraait, en ontdekt dat 't figuurtje alweer weg is
het enige dat je de wind nog hoort fluisteren is: "volume 2, hoofdstuk XI"
wat wil je doen?
je kijkt in je tas en je bent verbaasd, er zitten meer boeken in dan je er zelf in had gedaan
"zouden Pieter en Merel dat gedaan hebben?" vraag je je af
je bekijkt de boeken
je ziet onder andere de bekende titels ""cryptozoölogie", "tooverkrachtige recepturen" en "Tovenarij volume 1"
onderaan de tas zie je een boek van hetzelfde formaat als 't laatste boek en je ziet op de rug staan "Tovenarij volume 2"
"oké dan," denk je, "die heb ik gelukkig"
je pakt het boek, slaat het open, en...
je begint te lezen bij hoofdstuk XI, die is getiteld "den oogers"
je leest:
"de creatuuren genaamd oogers zijn vreeslijk gulzig en hebbe ene niet te stillen trek in menschenvleesch en worden niet zeer schrander geacht
deze wezens niet benaadren zonder getroffen hebbende eenige maatreeglen of hebbende tooverkracht of scherp wapentuigh"
"oké," denk je, "dat klinkt allemaal niet echt positief" 🤔
het gaat nog 'n paragraaf in op hoe slecht ogers wel niet zijn dus dat sla je over
je leest verder waar het weer interessant lijkt te worden, onder het kopje "magische oogers":
"oogers beschikken over eenige magische kracht, welke sterker kan zijn als den ooger zelf betooverd is
ene enkle ooger is zwak, ende kunne menschen weinigh kwade doen
ziet u oogers in aantallen van meer dan ene, zijt gewaarschuwd! dezen kunnen zeker onheil brenghe met hunne krachten gebundeld"
"dat wist ik niet" denk je, en je leest verder
"oogers doen toovenarij zonder eenige spreuk, hunne wilskracht zijnde voldoende
er zijn geruchten dat, langh geleden, ene groep oogers den tooverkracht van ene magi gestolen had ende met zoo velen toverkracht hen getoverd hadde wat zij wensten
daarna heeft men dezen oogers ende magi nimmer meer weerzien"
de rest van deze pagina is afgescheurd, er staat een aantekening in de kantlijn wat begint met "cryptozoo" en dan onduidelijk wordt
daarna begint hoofdstuk XII
wat wil je doen?
je pakt het andere boek, je slaat het open en ziet dat het in een schrift is geschreven dat je niet kunt lezen
het lijkt gecodeerd te zijn
"dat is toepasselijk" denk je
je bladert nog wat verder, in de hoop dat je 'n aanwijzing vindt, maar tevergeefs, het is allemaal wartaal
je doet de boeken terug in je tas en besluit verder te lopen
je loopt en je loopt, over het meanderende pad, tot je bij de boom komt waar je, als mens, onder wakker werd gisteren
in de verte zie je het bos
ook hoor je in de verte weer het geluid van een wild beest
maar nú herken je het
het is Harrie, die verdwaald is en het Schemerbos niet kan verlaten en hard weent 😭
met een stevige pas loop je door, en het gehuil hoor je telkens harder
het pad kronkelt en wordt smaller en uiteindelijk sta je bij paal, waaraan een bord hangt met de waarschuwing: " 𐛇𐚚𐚉" 😳
als je dus verder loopt kan je het bos niet meer uit, maar daar is wel je maatje
je denkt na over wat Morgana je zei over de hengel 🤔
je maakt het haakje aan de paal vast en gooit de hengel tussen de bomen die je ziet
voorzichtig trek je aan het draadje en warempel, je kunt de hengel gewoon weer het bos uit krijgen
"dat is veelbelovend," denk je
je neemt de hengel op je schouder en loopt voorbij de paal een klein stukje het bos in
je draait je om en je kan de paal niet meer zien, je lijkt middenin het bos te staan
het is windstil en je merkt op dat je helemaal geen vogels hoort
je hoort Harrie wel
wat wil je doen?
je roept hard terug
't gehuil in de verte stopt
je roept nog 'n keertje, "Harrie, ik ben het, hoor je mij? kom op mijn stem af!"
zachtjes hoor je iets maar je kan 't niet duidelijk horen
je loopt richting 't geluid en je kijkt naar de hengel
er zit nog voldoende raad om het molentje gewikkeld om nog vele meters te lopen
het molentje ratelt zachtjes terwijl je langzaam maar zeker dieper 't bos in gaat
je blijft roepen en Harrie hoor je telkens duidelijker
plots zie je 'n gestalte
het is Harrie!
"hoi!" roep je blij
"waarom ben je ook in 't Schemerbos gegaan," zegt Harrie ongerust, "nu zitten we hier beide gevangen... oké, wel gezellig met zijn tweeën..."
"maar," gaat hij verder, "er is hier helemaal niets te doen, ik eet ook al weken boomschors want er is verder helemaal geen vlees... ik probeerde het hele bos op te eten maar het groeit sneller dan ik eten kan"
trots wijs je naar je hengel en 't draadje, "kijk eens, dit is de oplossing, onze weg naar buiten!"
"gaat dat werken?" vraag Harrie twijfelend
"ik heb het eerder getest, dit móet lukken"
langzaam draai je aan het molentje en loopt samen met Harrie de andere kant op
er lijkt toch echt geen einde aan het bos te komen, elke kant dat je kijkt zie je bomen, bomen en nóg eens bomen
na 'n paar minuten stevig doorstappen verandert opeens de omgeving en staan jullie samen bij het paal met het bord met de waarschuwing erop
jullie juichen en lachen van blijdschap
je vraagt...
"kan jíj dit boek misschien lezen," vraag je aan Harrie terwijl je het onleesbare boekje geeft
hij bekijkt het en bladert er wat doorheen... "ah het lijkt 'n beetje op voynichees maar dan mét werkwoorden"
"ik heb het vermoeden dat er bruikbare informatie in te ontdekken is," leg je uit, "is er ook een inhoudsopgave?"
Harrie kijkt achterin en zegt, "ja, en er staat 'n aantekening bij 'lycantropen', het is niet duidelijk geschreven maar het lijkt op 'logie' of zoiets"
wat nu?
"maar wacht 's even," onderbreek je, "had jij 't nou eerder over boomschors?"
"jazeker," zegt Harrie, "er was helemaal niets te eten dus ik moest wát... echt heel erg lekker was 't aanvankelijk niet, maar 't went uiteindelijk best snel"
"oké," zeg je, "dus je hebt helemaal geen trek meer in mensenvlees?"
"nou," zegt Harrie, "ik zou het uit beleefdheid wel opeten als 't aangeboden werd, maar eerlijk gezegd wil ik nu niets anders meer dan boomschors... is dat héél erg gek?"
je antwoordt...
"nee hoor," zeg je, "trouwens... weet je nog dat plan dat we lang geleden hadden, dat we onszelf om zouden toveren tot mens"
"ja?" zegt Harrie
"nou, blijkbaar was me dat gelukt", zeg je en je vertelt over hoe je je geheugen kwijt raakte, Morgana tegenkwam, Pieter, een raar wezen op een bezemsteel, en Merel, en hoe je plots weer jezelf was
en dat je zelf nog steeds trek hebt, maar blij bent te horen dat boomschors een optie is
"ja probeer het maar eens", zegt Harrie, wijzend naar 'n boom
je neemt een grote hap
"met kleine hapjes beginnen, en natuurlijk goed kauwen," zegt Harrie
koppig vermaal je de grote hap tot moes
"soms," zegt Harrie, "zitten er wat insecten op, die moet je gewoon laten zitten"
je knikt en ondertussen denk je dat het niet zo heel vies is
"de eerste stoelgang is alleen wat... lastig", zegt Harrie, dat kan een paar dagen duren
wat wil je doen?
je bedankt Harrie voor de informatie en vraagt hem verder te lezen uit het boek
"dat stuk over lycantropen zou nog wel eens relevant kunnen zijn, " leg je uit, "ik heb er eentje gezien, die vliegt rond op een bezemsteel"
Harrie begint te bladeren, leest een beetje en zegt, "er wordt uitgelegd hoe gevaarlijk ze zijn, ze eten alles met een hartslag, er bestaat niets in de wereld, geen magie, dat ze kan betoveren"
"maar," gaat Harrie verder, "er staat wel hoe je ze zou kunnen lokken en vangen"
"oké, dan gaan we dat doen," zeg je tegen Harrie, "want dat is een gevaar voor alles en iedereen... wat hebben we nodig?"
"nou," zegt Harrie, "ik lees hier dat je ze lokt door een bloedend, maar levend, schepsel in 'n heksenkring van paddenstoelen neer te leggen... om de heksenkring breng je een lijm aan. de paddenstoelen maskeren de geur van de lijm en als ze in de lijm stappen blijven ze korte tijd kleven. dan sla je ze op het hoofd en kan je ze bewusteloos, in 'n kooi plaatsen of zo"
"oké," zeg je, "dan kan ik een snee in mijn vinger maken en in de cirkel gaan liggen, en kan jij ze voor het hoofd slaan... eenmaal bewusteloos, kunnen we het wezen opeten, of ergens vastzetten"
"ik lees hier," begint Harrie, "dat vastzetten weinig zin heeft, want ze knagen overal doorheen"
"prima," zeg je, "dan kunnen we verschillende dingen doen om van het monster af te komen: hun opeten, verdrinken, of eeuwig laten dwalen in het Schemerbos"
je denkt na over wat je gaat doen...
"we gaan hen vangen en sturen hen 't Schemerbos is", stel je voor
"prima", zegt Harrie
je vraagt of er staat beschreven hoe de lijm gemaakt wordt, en Harrie geeft je het recept
gelukkig groeien de benodigdheden in de buurt en kan je alles plukken en doet het in je tas
het nadeel is dat je iets moet hebben om het in te mengen, en ook wat water nodig hebt
je bedacht dat er 'n schaal staat in de ruïne
"het is eventjes lopen maar ik weet wel wat" zeg je tegen Harrie
jullie wandelen richting de ruïne en bij de brug aangekomen staat daar het bekende figuurtje weer
"haha daar zijn jullie, alles is dus gelukt!" roept hij
"jazeker" zeg je
"maar wat is dat achter jullie?!" zegt hij, wijzend
geschrokken kijken jullie om en zien
niets
jullie draaien weer om en weg is Morgana
waar hij eerder stond staat nu 'n houten schaal met een handvat
"we kunnen hier de schaal vullen met water, dan hoeven we niet verder te lopen" zeg je
Harrie knikt instemmend
je maakt het haakje aan de schaal vast en laat de schaal over de brugleuning naar beneden zakken naar het water dat onder de brug vloeit
de schaal, die goed gevuld is met water, trek je weer omhoog
"voordat we de rest van de ingrediënten erbij gooien," zeg je, "is het waarschijnlijk handig dat we een heksenkring vinden, anders droogt de lijm al op voor we het gebruiken"
"waar zouden we een heksenkring kunnen vinden?" vraagt Harrie
je weet het antwoord niet en kijkt bedenkelijk
"we kunnen twee dingen doen," zeg je, "als we een stukje teruggaan, dan weet ik een boom waar ik in kan klimmen om rond te kijken, of we lopen door in de hoop dat we bij de ruïne iets vinden"
"laten we naar de ruïne lopen," zeg je tegen Harrie
Harrie knikt en jullie lopen verder, terwijl je voorzichtig de schaal draagt
door het bewegen knoei je soms een plensje water maar de schaal zit nog goed vol
het paadje meandert en Harrie meandert gezellig met je mee
"kijk daar," zegt Harrie, "volgens mij zie ik daar, naast de ruïne, wat paddenstoelen groeien"
je kijkt op, en je ziet het ook
er is verder geen enkel spoor van Pieter of Merel bekennen...
je loopt naar de paddenstoelen en bekijkt de omgeving
"dit lijkt me een mooie plek om een monster te vangen," zeg je tegen Harrie, "laten we de lijm hier bereiden"
terwijl Harrie de precieze hoeveelheden opzoekt in 't boekje, doe jij de ingrediënten in de schaal en met een takje roer je het door elkaar
het lijkt toch niet echt te kleven maar desondanks heb je er toch wel alle vertrouwen in
met Harrie spreek je af dat hij zich zal verstoppen achter 'n boom en jij in de cirkel gaat liggen
je giet de lijm over de kring van paddenstoelen en zegt tegen Harrie dat-ie zich moet verstoppen
Harrie rent weg en verstopt zich achter een boom
zodra hij op zijn plek staat kijk je naar je vinger, en je kijkt in je tas
je rommelt wat door de spulletjes en ziet alleen een vishaakje dat niet meer scherp is, en een roestige priem die er niet zo hygiënisch uitziet
je denkt even en besluit gewoon je tanden te gebruiken
je bijt in je pink en het begint te bloeden
"oké," denk je, "nu wachten"
je begint wat zielig te kreunen en te huilen in de hoop het monster dit hoort
en je huilt en je huilt
en je ligt maar en je ligt maar
en net als je denkt, "er gaat niets gebeuren" zie je een schim in de lucht
je blijft heel zielig wenen en het monster cirkelt naar beneden en land in de buurt van de boom waar Harrie achter verstopt
het monster parkeert de bezem tegen de boom en loopt jouw kant op
het kijkt argwanend naar de cirkel paddenstoelen
toch doet het een stap dichterbij
en nog een stap
en terwijl het nog een stap wil doen, merkt het monster dat de voeten blijven kleven
inmiddels is Harrie achter de boom vandaan gekomen, die zo snel mogelijk het monster bewusteloos moet slaan
maar hoe?
je ziet hoe Harrie de bezemsteel vastpakt en naar het wolfachtige monster toe loopt
hij geeft het beest 'n paar ferme tikken op het hoofd
de lycantroop zakt in elkaar maar...
de voeten van het beest zitten nog vastgeplakt aan de grond
"stond er ook iets in het boekje over hoe ze los te maken?" vraag je Harrie
"nee, helemaal niets" 🤔
"hmmm, dan krijgen we hem ook niet makkelijk in het bos, we moeten iets verzinnen om het beest los te krijgen"
wat nu?
je rommelt wat in je tas en pakt de roestige priem
"dit moet prima werken om de grond los te maken," zeg je tegen Harrie
Harrie knikt, en kijkt toe hoe jij korte metten maakt met de grond onder de voeten van de lycantroop
het mooie is dat de roestige priem, door het schuren van de grond, ook telkens minder roestig wordt - de twee spreekwoordelijke vliegen in één klap
je pakt de lycantroop bij de voeten, terwijl Harrie de armen pakt en jullie dragen het beest richting het bos
jullie komen bij de brug en je realiseert je dat het dragen naar het bos nogal vermoeiend is
jullie blijven echter gestaag doorgaan
soms sleept 1 persoon het beest terwijl de ander eventjes bijkomt en soms dragen jullie het beest samen
langzaam maar zeker naderen jullie het bos
uiteindelijk komen jullie bij de paal met het bord met de waarschuwing erop
maar hoe krijgen jullie het beest ín het bos en jullie zelf er veilig uít?
je pakt de hengel en maakt het haakje weer stevig vast aan de paal
je houdt de hengel onder je arm terwijl jij en Harrie het beest het Schemerbos in dragen
na enkele stappen lijkt het alweer alsof jullie diep in het bos staan
je ziet Harrie wat angstig kijken
"ik heb hier slechte herinneringen aan", zegt hij
"nog eventjes en dan zijn we er weer uit, Harrie!" zeg je om hem gerust te stellen
jullie leggen het wezen neer en volgen het draadje richting de plek waar jullie binnenwandelden
bij de paal zien jullie een figuurtje staan
deze draait om en je herkent het als het figuurtje dat jullie Morgana noemden
"goed zo," zegt die, "het is jullie gelukt om het wolfwezen te vangen, ik had er alle vertrouwen in dat dit goed zou komen"
"dank je wel," zeg je trots, "het kostte wat moeite, maar 't was 't meer dan waard... nu hoeft niemand meer bang te zijn!"
het figuurtje knikt, "ik zal Pieter en Merel ook het goede nieuws vertellen... mag ik nu mijn hengel weer terug?"
"nee," zeg je, en daar direct achteraan "ja natuurlijk, maar dan wil ik wel graag je naam weten"
het figuurtje lacht en kijkt bedenkelijk
na wat overpeinzingen zegt-ie "oké, prima"
je geeft de hengel terug
"kijk daar achter je!" zegt het figuurtje
Harrie kijkt om, maar jij zegt "daar trap ik nu niet in!"
het figuurtje grinnikt en zegt "oké, goed, mijn naam is Deus (dee-joes)"
"Deus?" zeg je
"ja," antwoord Deus, "mijn naam is Deus Ex Machina"
"ah, wat 'n toepasselijke naam," zeg je, "nomen est omen enzo... je hebt me toch een paar keer op weg kunnen helpen"
"ja," zegt Deus, "mijn ouders hadden ook 'n vooruitziende blik"
"maar goed," gaat Deus verder, "ik moet haast maken anders lopen Pieter en Merel de verkeerde kant op... tot ziens"
voordat je iets terug kan zeggen verdwijnt Deus, 'n stofwolkje achterlatende dat langzaam neerdaalt
"wat een eigenaardig ventje," zegt Harrie
"zeker, maar dat ben jij ook, Harrie"
wat nu?
"laten we weer teruggaan naar de ruïne," stel je voor
"is goed," zegt Harrie, terwijl hij naast je gaat lopen, "maar ik begin wel wat trek te krijgen na al dat harde werk"
je knikt, "we hadden 'm gewoon op moeten eten"
"helaas kunnen we niet even het Schemerbos in om dat te doen, want we hebben geen hengel meer om te kunnen ontsnappen"
je haalt je schouders op, "we vinden vast wel nog iets om te eten"
terwijl jullie weglopen horen jullie opeens een hard geschreeuw
"ah," zeg je, "het beest is ontwaakt en realiseert waar-ie wakker is geworden"
jij en Harrie beginnen hard te lachen
inmiddels begint het ook alweer langzaam wat donker te worden
"terwijl we naar de ruïne wandelen kunnen we misschien ook..."
"...wat hout sprokkelen voor 'n gezellig kampvuur", zeg je tegen Harrie
dat vindt Harrie 'n goed plan, "misschien is gebakken of gepofte boomschors ook wel 'n ding"
jullie komen langs de boom waar je 'n tijdje geleden onder ontwaakte en de wind heeft sindsdien wat droge taken uit de kruin geblazen
jullie rapen de droge takken op en trekken ook wat boomschors van de boom om onderweg te nuttigen
bij de brug aangekomen begin je wat dorst te krijgen maar helaas kan je niet bij 't water
"bij de ruïne is er een verwilderde moestuin, misschien vinden we daar iets van besjes", zeg je tegen Harrie
"ja weet je wat me lekker lijkt na al die tijd in het Schemerbos? een glaasje limonade", zegt Harrie
"oh ja, met ijsklontjes en een rietje"
al fantaserend over drinken meanderen jullie door het landschap en komen telkens dichterbij
"zie jij dat ook?" zegt Harrie
je kijkt waar hij naar wijst en ziet Pieter, Merel en Deus en ze staan bij...
...een heuse fruitgaard
bomen vol, met appels, peren, pruimen en kersen
hier en daar een boom met deze allemaal
verwonderd lopen jullie erop af
je merkt dat Pieter en Merel wat angstig kijken maar je ziet dat Deus ze gerust stelt
"w- w- we zagen jullie de lycantroop vangen," zegt Merel, "en vernamen wat jullie daarmee hebben gedaan, dank jullie wel"
"graag gedaan!" zeg je, "we zijn zelf ook blij dat we niet langer bang hoeven te zijn voor dat monster"
Merel geeft jullie een appeltje die jullie opeten
"hmmm dat is beter dan boomschors!" zegt Harrie, zijn vingers likkend
"oh, de bezemsteel ligt daar nog op de grond," zegt Pieter, wijzend naar de plek waar de lycantroop bewusteloos was geslagen
"oh, het lijkt me zó leuk," zegt Harrie, "om een stukje te gaan vliegen... hoe werken die dingen"
volgens Deus is het niet zo ingewikkeld, "het wijst zichzelf"
je kijkt toe hoe Harrie de bezemsteel pakt, het tussen zijn benen plaatst en de bezemsteel een beetje heen-en-weer beweegt
hij maakt een kleine sprong en hij blijft zowaar een stukje boven de grond zweven
"haha!" roept hij uit, "dit is ráár! kom op!"
je klimt achterop en houdt Harrie stevig vast
langzaam vliegen jullie laag over de grond, naar links en naar rechts tot Harrie het sturen een beetje onder de knie heeft
dan begint Harrie de bezem naar boven toe te richten en stijgen jullie langzaam omhoog
"hoeiii" roept Harrie uit, "kijk daar beneden hoe klein alles is!"
je kijkt naar beneden en ziet hoe Pieter, Merel en Deus zo klein zijn als miertjes
ondanks dat het al wat donker begint te worden kan je ook in de verte kijken en zie je hoeveel land er nog te ontdekken is
maar opeens begint de bezem te sputteren 😱
het lijkt erop dat Harrie het niet meer kan besturen
de snelheid neemt telkens meer af tot jullie helemaal stil hangen in de lucht
en dan...
jullie beginnen te vallen
jullie zitten niet meer op de bezemsteel maar jullie vallen alle drie tollend naar beneden
de wind suist langs je oren en je draait, tolt en wentelt sneller en sneller
je kijkt om je heen en het wordt telkens donkerder en je ziet Harrie niet meer en ook de bezemsteel is verdwenen
je ziet niet waarheen je valt maar je valt en je valt, sneller en sneller